absoluut vochtgehalte

elektrische geleidbaarheid

De vocht- en zoutbelasting van bijvoorbeeld metselwerk is gebaseerd op het absolute vochtgehalte van de voor het vocht- en zoutonderzoek genomen boorpoedermonsters en op de elektrische geleidbaarheid van de waterige extracten van deze monsters.

Volgens een classificatiesysteem wordt het vochtgehalte vertaald naar de vochtbelasting (“geen”, “licht”, “matig”, “(zeer) hoog)” en de elektrische geleidbaarheid naar de zoutbelasting (“geen” t/m “(zeer) hoog”.

vochtbelasting

zoutbelasting

Het vochtgehalte wordt van ieder boorpoedermonster in eigen laboratorium bepaald door het nauwkeurig te wegen, het in een droogoven te laten drogen tot constante massa en het opnieuw te wegen. De (eventuele) gewichtsafname is het gevolg van het verdampen van het vocht en wordt uitgedrukt in het masse-percentage [%m/m] aan vocht in het ongedroogde monster. Dit is de methode die door Rockview wordt gehanteerd en wordt in de chemie de “gravimetrische vochtbepaling” genoemd.

Een andere methode waarmee het vochtgehalte in boorpoeders wordt bepaald is de “carbid-methode”. Deze wordt echter door ons nooit gebruikt.

bepaling absoluut vochtgehalte

gravimetrische vochtbepaling

bepaling zoutgehalte

elektrische geleidbaarheid

zuurgraad

Het zoutgehalte van boorpoeder wordt bepaald door van ieder gedroogd poedermonster een 1 : 10 waterig extract te maken. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat aan 5 gram gedroogd poedermonster 50 ml gedemineraliseerd (= zeer zuiver) water wordt toegevoegd. In dit water lossen de oplosbare zouten op. Dergelijke oplossingen worden “extracten” genoemd, waarvan de elektrische geleidbaarheid (=EC) en de zuurgraad (=pH) worden bepaald.

Deze methode is gebaseerd op het feit dat water waarin veel zout is opgelost elektrische stroom beter kan geleiden dan water waarin weinig zout is opgelost. Hierdoor wordt wel uitsluitsel geven over het zoutgehalte van een extract, maar niet over de chemische samenstelling van het zout.

En dat is als vanzelfsprekend noodzakelijk om te weten in geval van vocht- en zoutbelast metselwerk met schade.

selectie t.b.v. zoutanalyse

Wij doen dat chemisch semi-kwalitatief met teststrookjes, omdat deze methode doorgaans voldoende adequate informatie oplevert. Indien noodzakelijk en gewenst besteden wij nauwkeurig uitgevoerde, kwantitatieve chemische analyses uit.

Uit de extracten met de hoogste elektrische geleidbaarheid (lees: het hoogste zoutgehalte) wordt dan ook een strategische selectie gemaakt, die nader analytisch chemisch worden onderzocht op de het soort  / de soorten zout.

semi-kwalitatief

Gezien de inhomogeniteit van metselwerk en dus van de boorpoedermonsters die daaruit afkomstig zijn, zijn dergelijke kwantitatieve analyses feitelijk vaak té nauwkeurig. Maar als die nauwkeurigheid in bepaalde gevallen belangrijk en noodzakelijk is, wordt dit zeker gedaan.    

stel een vraag